Vertalingen mettre au ban FR>NL
mettre au ban (ww.) | bannen (ww.) ; bezweren (ww.) ; uitbannen (ww.) ; uitstoten (ww.) ; uitzetten (ww.) ; verbannen (ww.) ; verdrijven (ww.) ; verjagen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `mettre au ban`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: expulser